Onderneemangst

10 april 2024 - Cankurtaran Mahallesi, Turkije

Terwijl de boot door het blauwgroene water van de Bosporus klieft kijk ik tevreden uit over de zee-engte die de Zwarte Zee verbindt met de Zee van Marmara en uiteindelijk met de Middellandse Zee. Reusachtige vrachtschepen van exotische rederijen passeren ons en doen de niet al te kleine rondvaartboot waarop ik mij bevind lijken op een pieremachochel. Als een vlot word het bootje op de golfslag heftig op en neer gejongleerd. Een paar minuten lang zie ik de glanzende donkerbruine ruggen van tientallen dolfijnachtige wezens, die vrolijk naast ons zwemspringen en de boot met gemak bijhouden. De lucht is strakblauw, maar de wind dwingt om een jas aan te houden. Tegelijk voel ik de zon op mijn bolletje branden. Ik geniet zowaar van deze rondvaart tijdens mijn eerste middag in Istanbul.

Gisteravond ben ik in mijn hotel in hartje Istanbul aangekomen, na een niet al te problematische vlucht. Vanuit het restaurant op de zesde etage, waar ik voor het gemak mijn eerste maaltijd bestel, zie ik de koepels en minaretten van de Aya Sofia. De moskee, voorheen museum, voorheen moskee, voorheen kerk staat op een steenworp afstand van mijn hotel te pronken. Vanuit het raam van mijn hotelkamer kan ik het gebouw ook zien. Als het donkerder wordt knippen de buitenlichten aan en lijkt het rozegekleurde gebouw te gloeien van trots. Links van de Aya Sofia zie ik de toren van het Topkapi-paleis aan de overkant van het bijbehorende park. En nog verder oostelijk openbaren andere delen van de stad zich aan de overkant van de Gouden Hoorn, het water dat de oude Byzantijnse stad scheidt van de wijk Galata en andere wijken in het noorden van het Europese deel van Istanbul. Met zo'n uitzicht maakt het bijna niet uit hoe de maatijd smaakt. Maar ik heb mijzelf decadent getrakteerd op een viersterrenhotel, met een restaurant van idem kwaliteit. De maaltijd smaakt heerlijk, en de afsluitende baklava met ijs is de kroon. Terwijl de suikerbommen smelten op mijn tong staar ik als een verliefde bakvis naar de Aya Sofia, wetend wat mij daarbinnen te wachten staat.

Een reisje naar Istanbul staat al heel veel jaren op min verlanglijstje. Voor iemand met een onweerstaanbare voorkeur voor premoderne geschiedenis is een stad als Istanbul verplichte kost. Niet minder dan bijvoorbeeld een bestemming als Rome. In 2020 was het zover en de plannen waren al concreet toen opeens een pandemie uitbrak. Na vier jaar is het dan eindelijk tijd om deze wereldstad te ontdekken. De zin om weg te gaan was zo goed als afwezig tijdens de weken voor vertrek. Alles was geboekt, maar meerdere keren heb ik gedacht om deze reis aan mij voorbij te laten gaan. Het zou de eerste reis worden, zij het amper een week, die ik solo maak sinds het overlijden van mijn moeder. En om een niet volledig, maar wel een beetje verklaarbare reden viel dat zwaar. Ik heb mijzelf min of meer gedwongen om mijn koffer te pakken en te vertrekken. En eenmaal op de luchthaven raakte ik in een bekende stroom van verplichtingen die mij de gevoelde weerstand steeds meer deed vergeten.

Vanmorgen mengde een klein restant van die weerstand zich met een herkenbaar gevoel van onderneemangst. De nacht was prima verlopen, maar na het opstaan bleek de aantrekkingskracht van het op de kamer en in bed blijven hangen onweerstaanbaar. Een bekende ervaring op een eerste dag bij het soloreizen. Ik moet mijzelf dan een fictieve schop onder de kont geven om mij naar de ontbijtzaal te begeven. Eenmaal daar, voorzien van fijne lekkernijen en een goede bak koffie, ebde de onderneemangst weg zoals altijd. Na het ontbijt kon de dag beginnen. Allereerst bij de receptie een boottochtje boeken voor in de middag en vervolgens de stad in. Praktische zaken regelen - geld pinnen en een OV-kaart kopen - en daarna lopen, gewoon lopen en zien waar ik terechtkom.

Istanbul ervaar ik nu al als een heerlijke wandelstad. De oude Byzantijnse stad is net als Rome gebouwd op zeven heuvels, de een nog steiler dan de andere. Goed om weer een beetje conditie op te bouwen, al is het maar voor een week. Het is deze dagen Suikerfeest en al kan ik geen vergelijking maken, het is druk. Inwoners zijn vrij en gaan met het gezin op pad. Vooral om samen te eten. Overal wordt gegeten, op pleinen, in straten, op stoepen en in parken. Op het plein voor de Aya Sofia barst het van de langs elkaar krioelende en etende mensen, en groepjes jongelui delen snoepgoed uit aan de aanwezige kinderen. Alsof na het vasten tijdens de Ramadan nu in een keer alle voedselsluizen opengetrokken worden. De lange rijen voor de winkels met Turkse zoetigheden zijn exemplarisch voor het Suikerfeest.

Na slechts een dag heb ik deze stad al in mijn armen gesloten, hoewel ik vooraf geen vrees had of ik Istanbul wel leuk zou vinden. De ligging tussen al die uitgestrekte watermassa's, de overweldigende uitzichten, de indrukwekkende bouwwerken, de prettige sfeer, het draagt allemaal bij aan een uitstekende recensie. Nog nooit ben ik in een stad geweest met zo'n enorme eet- en drinkdichtheid. Zoveel restaurants, cafe's, terrassen, eetstalletjes en andere voedingsetablissementen. En ik kan mij niet aan het gevoel onttrekken dat ik er een stuk Turkser uitzie dan heel veel inwoners van Istanbul, met hun soms blonde of rode haar of met hun lichtgekleurde ogen. Een bijzondere ervaring.

Foto’s

1 Reactie

  1. Hengameh:
    11 april 2024
    Hallo Carlo, wat heb je weer prachtig geschreven!👏Je neemt ons echt mee in je verhaal. Geweldig allemaal. Mooie foto's ook! Istanbul staat al heel lang op mijn lijstje. Na jouw verhaal moet ik er zeker naartoe gaan. Nog veel plezier.
    Hartelijke groeten van ons hier in Porto.
    Hengameh & Leo

Jouw reactie