Kunst

6 mei 2017 - Rome, Italië

Buongiorno!

Amper een etmaal in Rome en ik ben al overgoten met onbeschrijflijk mooie kunstwerken. En dat is meteen de belangrijkste reden van mijn verblijf in de Eeuwige Stad: Mooie dingen zien. En daar dan weer naar verwachting duizenden foto's van maken. Dat betekent dat ik tijdens de ruime week die ik in Rome ben vooral ga genieten van musea en kerken die vol zijn gepropt met kunstwerken. De meeste gemaakt in opdracht van pausen en prelaten en van door nepotisme en patronagestelsels gewijde kardinalen. Want deze stad ademt bijna rooms-katholicisme. Nonnen, monniken, priesters en andere sacrale stervelingen in statige habijten en kazuifels bevolken de straten en pleinen en op bijna elke hoek staat wel een kerk of een klooster. De één nog groter en indrukwekkender dan de ander.

Gistermiddag ben ik op Rome's internationale luchthaven geland na een vlucht van amper twee uur. Een vluchtduur die aangenaam aandoet als afwisseling op de slopende tien tot twaalf uur die ik soms moet doorstaan. Als een vorm van boetedoening voor de rijkdom van het reizen. Hoogtepunten van de reis van gisteren waren de onverwachte bagagetoeslag van 35 euro die ik aan Alitalia kwijt was omdat ik blijkbaar niet goed de kleine lettertjes had gelezen, en de verbazend laconieke houding van een medereiziger bij de bagagecontrole die eerst een klein vismesje en even later een dertig centimeter lang knipmes uit zijn rugzak haalde nadat de stille alarmbellen gingen rinkelen. Na een karig gefaciliteerde vlucht vervolgens met de vooraf geregelde shuttlebus op weg naar Rome. De enigszins chaotische en niet erg snelle organisatie van deze busrit deed mij direct mentaal landen in het mediterrane deel van Europa. Tempo is een Italiaans woord, maar blijkbaar geen Italiaans gebruik. De beteuterde en soms wat geïrriteerde zweterige gezichten van andere wachtende toeristen, die met dezelfde bus mee zouden rijden, was voor mij allereerst vermakelijk. De zon schijnt buiten en de temperatuur is prima, dus ik laat mijn wachten geen lijden worden.

Eenmaal in de bus – al met al duurde het wachten niet langer dan een half uurtje – worden we al snel opgenomen in het verkeer van Lazio. Na een half uur bereiken we de buitenwijken van Rome, en de eerste aandoenlijke straattaferelen voltrekken zich voor mijn ogen. Zoals het groepje dames dat buiten bij een kapsalon staat te roken en druk gebarend te praten. Uiteraard met zonnebril op de neus of op het voorhoofd. Bij één van de dames zijn de haarlokken nog uitdagend gehuld in wapperende strengen zilverpapier. En wat verder een groepje al wat oudere Italianen dat langs de kant van de weg een potje schaak aan het spelen is.

Na het inchecken in het kleine maar correcte hotelletje waar ik de komende week verblijf besluit ik om direct maar in het diepe te duiken. Nog niet naar het oude centrum, maar eerst nog iets daarbuiten. Mijn hotel staat op een kwartier wandelen van het Sint Pietersplein. De indrukwekkende koepel van de Sint Pieter kon ik al een paar keer onderscheiden onderweg naar mijn hotel. Maar ik besluit om de andere kant op te lopen, in oostelijke richting. Eerst de Tiber oversteken en daarna door naar de Piazza del Popolo. Direct merk ik dat allerlei Dan Brown-eske beelden door mijn hoofd schieten, maar de omgeving geeft teveel afleiding om deze te grijpen. Ik ben hier vooral om de Santa Maria del Popolo te bezoeken, en dan vooral de Cerasi-kapel. In deze kapel hangen twee meesterwerken van Caravaggio (1571-1610), de Rembrandt van Italië. Of eigenlijk was Rembrandt de Caravaggio van de Nederlanden.

Het gaat om De Bekering van Paulus en De Kruisiging van Petrus. Paulus, dan nog Saulus geheten en op weg naar Damascus, heeft het Licht gezien waardoor hij verblind van zijn paard valt. Dat paard wordt overigens nergens in de bijbel vermeld, maar leukt het verhaal toch prettig op. Omwille van de iconografie heeft de Kerk wel vaker kleine en grote wijzigingen aangebracht in de bijbelse vertellingen. Alles is geoorloofd voor de overtuiging van de gelovigen. Paulus ligt een beetje wezenloos op de grond te rollen terwijl het niet minder geschrokken paardenbeest hem dreigt te vertrappen. Zijn knecht tracht het dier in toom te houden. De Kruisiging toont de oude, maar lichamelijk verbazend goed geconserveerde Petrus die al aan het kruis is genageld. Ook weer zo'n apocrieve toevoeging is dat Petrus zou hebben aangegeven dat hij niet op dezelfde wijze als zijn grote vriend Jezus wilde sterven. Als alternatief liet hij zich daarom ondersteboven kruisigen. Het schilderij toont het moment waarop door drie man sterk het kruis met daaraan Petrus op zijn plek wordt gehezen. Petrus kijkt vooral verbaasd naar zijn linkerhand die onwrikbaar aan het hout is vastgeklonken. Beide schilderijen tonen heerlijk dramatische momenten, bijna foto-opnames van een uitbarsting van activiteit die op een hoogtepunt wordt stopgezet. De clair-obscur effecten van schaduw en licht verhogen de dramatiek nog eens.

Na de Santa Maria del Popolo wandel ik langs de Tiber in zuidelijke richting. Eerst passeer ik het mausoleum van keizer Augustus (27 v.Chr-14 n.Chr.), een heuvel van stenen die eeuwenlang bedolven is geweest onder de aarde en sinds de vorige eeuw langzaamaan wordt blootgelegd. Na tweeduizend jaar. Verderop neem ik de Ponte Cavour en loop ik naar de Engelenburcht. Dit was oorspronkelijk het mausoleum van keizer Hadrianus (117-138 n.Chr.), maar paus Gregorius de Grote maakte hier in de 6de eeuw een burcht van als toevluchtsoord. Verschillende pausen hebben zich in de eeuwen erna in de Engelenburcht verschanst tegen bijvoorbeeld Gothen, Noormannen en andere barbaren of tegen de opstandige Romeinse bevolking.

Ik blijf nog wat hangen rond de burcht vanwege het mooie licht van de ondergaande zon. En omdat ik nu in een gebied loop waar geen auto's toegang hebben, een verademing in het verkeersinfarctrijke Rome. Dan besluit ik om toch nog even naar het centrum van de katholieke wereld te lopen, de Sint Pieterskerk. Die staat al dik te pronken aan het einde van de Via della Conziliazione tussen de Engelenburcht en het Sint Pietersplein. Het plein zelf is vrij rustig, zodat ik de kans grijp om wat langer rond te hangen. De vorige keer dat ik in Rome was, 19 jaar geleden, stond de façade volledig in de steigers. Nu staan alle metershoge apostelen hoog boven een steigervrije gevel op de dakrand imposant te zijn. In het midden hangt het balkon waar de paus zijn Urbi et Orbi de wereld instrooit. Na wat rond te dwalen tussen de gigantische pilaren van Bernini's collonade die het plein en de wereld omarmt keer ik terug naar het hotel en concludeer ik na een paar uur al dat Rome indrukwekkend is.

Vanmorgen ben ik al vroeg op pad gegaan. Om negen uur had ik een afspraak in de Galleria Borghese. Alweer om omvergeblazen te worden door kunst. Hoogtepunt was voor mij het beeld Pluto en Proserpina – of gewoon Hades en Persephone – van Gianlorenzo Bernini. Weer zo'n heerlijk dramatische momentopname. Pluto, god van de onderwereld, ontvoert Proserpina en neemt haar mee naar zijn krochten. De dramatiek is geweldig. Proserpina die wordt opgetild door Pluto en weet wat haar te wachten staat; Pluto die zijn heftig tegenspartelende aanstaande nog eens steviger tegen zich aandrukt. Zijn vingers drukken in het witte vlees. Maar de Galleria had veel meer te bieden en was overweldigender dan vooraf gedacht. Grote meesterwerken die ik herken van afbeeldingen en van de schaarse colleges kunstgeschiedenis hangen en staan op grijpbare afstand. Dit museum is een verplicht nummer als je van kunst houdt. En dan heb ik het nog niet eens over het interieur van het gebouw zelf, met overdadige barokke wand- en plafondschilderingen. Een omgeving die de meest luidruchtige bezoeker tot stilte dwingt.

Verder vandaag een aantal kerken, want als architectuurfanaat moet ik nog een hele rij afwerken. Dat klinkt als een straf maar is het zeker niet. De belangrijkste waren de Sint Jan van Lateranen, de officiële kathedraal, dus bisschopskerk, van Rome. In 324, tijdens het bewind van keizer Constantijn de Grote, werd de kerk gewijd. Van deze vroege kerk is overigens weinig, eigenlijk niets, meer over. De kloostergang naast de kerk heeft nog wel iets van de vroeg-christelijke allure met de mozaïeken en sierlijke zuiltjes met primitief aandoende kapiteeltjes. Mijn eerste mis heb ik ook al bijgewoond, zij het niet vooropgezet. In de Santa Maria in Cosmedin werd zowaar het orgel bespeeld als introductie van de zaterdagavondmis. En dat is voor mij een cadeautje, want orgelgeweld in een indrukwekkende kerk vind ik altijd geweldig. Morgen is het zondag en zijn de meeste kerken dicht. Maar er zijn vast genoeg alternatieve bezoekbestemmingen in deze wereldstad.

Arrivederci!