Uniek

27 oktober 2018 - Nyaung-U, Myanmar

Mingalaba!

Op het eerste gezicht lijkt Myanmar een land zoals andere in de regio, waar ik mijn voetsporen op de één of andere manier heb achtergebleven in de afgelopen jaren. Het gevoel van thuis zijn is zeker niet uit de lucht gegrepen en is vast terug te voeren op de herkenning van verschijnselen en taferelen die ik al eerder gezien en ervaren heb en die hebben gemaakt dat ik om de één of andere onduidelijke reden van dit deel van de wereld ben gaan houden. Het zijn kleine dingen die de meeste buitenlandse bezoekers misschien niet eens opvallen. Zoals de halve paren schoeisel, vooral slippers, die met verbazende regelmaat aan de kant van de weg liggen, half verborgen onder stof en zand. Ik begrijp nog steeds niet hoe iemand één slipper kan verliezen en op de andere slipper verder kan stappen.

Het zijn de kleine winkeltjes, aan de kant van de weg van welk dorp of welke stad dan ook, waar de meest bijzondere combinatie aan koopwaren staat uitgestald. Tandpasta en gezichtszalf naast thee, snoepgoed, kruiden, schoenen en elektronica. Of de straten die, net als bij ons in vroeger dagen, bevolkt worden door bedrijven die allemaal hetzelfde ambacht uitoefenen. Gisteren reed ik door Mandalay nog door een straat waar deur naast deur meubilair werd gemaakt. Planken werden gezaagd en geschaafd, deuren gefreesd en kasten in elkaar geschroefd, om uiteindelijk in angstwekkende stapels achter op één van de motorfietsjes te belanden die de waar bij de klanten thuis bezorgen. En al dit vakmanschap strekt zich over een hele straat uit.

Het verkeer is ook zo'n grote gemene deler. Hele gezinnen tezamen op een motor, met enkele kinderen ingeklemd tussen pappa's rug en mamma's borsten, is geen uitzonderlijk gezicht. Propvolle busjes waar een 'busassistent' vanuit de openstaande deur met overdreven branie eventuele passagiers naar binnen schreeuwt. Laadbakken van pick-ups waarin een lading mensen ligt te slapen of nonchalant tracht om niet uit de bak geschud te worden. Daken van bussen die beladen zijn met nog meer mensen, tussen manden en balen en andere bagage in. En ook in Myanmar blijken horecagelegenheden te zijn overspoeld met personeel. De ene ober brengt een aperitiefje, de volgende het bestek en weer een ander mag de bestelling opnemen. En bovenaan deze hiërarchisch ingedeelde gemeenschap staan de tafelaanwijzer en de geldontvanger. En iedere medewerker houdt zich strikt aan deze verhoudingen. Muiterij of behulpzaamheid die enigszins riekt naar muiterij wordt afgestraft met een publieke uitbrander.

Al deze Azië-kenmerken manifesteren zich ook in Myanmar, maar desalniettemin is het een land met eigen unieke kenmerken die voor een deel zorgen dat dit land zo prettig aanvoelt. De traditionele uiterlijkheden die mij in Yangon al opvielen blijken buiten de grootste stad van het land nog veel duidelijker aanwezig. Een man in een lange broek is bijna afwezig uit het straatbeeld. Alleen maar luchtige longyi's, waar ik mijzelf nog altijd niet aan waag. Hoewel deze keuze bij de huidige hitte schuurt met mijn gezonde verstand. En dan de mensen zelf. Zelden, wellicht nooit, ben ik zo vaak geconfronteerd met mensen die op zo'n aandoenlijke manier lief zijn. Of in elk geval zich als zodanig gedragen. Zelden heb ik zoveel stralende glimlachen gezien als in Myanmar. Dat klopt van geen kanten met het beeld dat wij hebben van een volk dat zucht onder een generaalsregime.

De af en toe opdoemende triestheid die ik in een land als Cambodja – ook een land met een volk dat niet de meest gezellige recente geschiedenis kent – onder de bevolking waarnam heb ik in Myanmar nog geen enkele keer gevoeld. De visuele afwezigheid van alles dat riekt naar generaals en dictators begint na een week ook op te vallen. Geen duidelijk afgeschermde militaire zones. Geen aanwezigheid van enig dreigend militair vertoon in de vorm van passerende colonnes of met hoge beprikkeldrade muren omheinde kazernes. Geen levensgrote posters van mannen met zonnebril en generaalsuniform. In het verlengde daarvan zie ik geen enkele uiting van politiek engagement in het straatbeeld. Afgezien van een politieke bijeenkomst die de bus naar Bagan vandaag halverwege de rit in een stadje passeerde. Rijen voertuigen vol met vlaggen zwaaiende partijgangers en een met versterkers gesteunde toespraak die over de straten schalde.

De volwassen generatie rookt hier nog amper sigaretten, maar houdt zich bij het roken van de traditionele 'cheroot'. Dit is een soort sigaar met een wat eenvoudiger productieproces waardoor de cheroots betaalbaarder zijn. En je hoeft ze, net als een sigaar, niet in één keer op te roken. Blijkbaar worden deze cheroots, die vroeger door heel Zuid-Azië werden gerookt, voor het overgrote deel alleen nog in Myanmar gebruikt. En gemaakt, aangezien ik een paar dagen geleden tijdens een fietstochtje buiten Mandalay nog een toeristenstopje heb gemaakt bij een dame die deze sigaren vervaardigde. Cheroots zorgen voor een fijne bijverdienste uit huisnijverheid.

Een ander onderscheidend kenmerk in het Birmese straatbeeld is het gebruik van 'thanaka'. Dit is een poeder gemaakt van boomschors dat op delen van het zicht wordt gesmeerd met wat water. Het poeder droogt op en krijgt een beige-gele kleur. Het poeder beschermt tegen de zon en zowel vrouwen als mannen, jong en oud loopt hier rond met een bevlekt aangesmoelte. Meest op de wangen, maar ook het voorhoofd en soms het volledige gezicht wordt bedekt. Het ziet er soms wat zombie-achtig uit, maar inmiddels valt het me nog nauwelijks op. Uiteraard heb ik ook wat spul aangeboden gekregen, waarschijnlijk omdat mijn gezicht de eerste dagen in de uitbundige zon wat moeite had om de juiste kleur aan te nemen. Maar net als bij de longyi bedankte ik voor de eer. Aan mijn gezicht geen boomschors. Met al het zweten zou de thanaka na een paar minuten al dramatisch van mijn gezicht druipen, wat echt een horrorbeeld zou bieden.

Het verschijnsel dat me de meeste moeite kost om te doorgronden is de uitspraak van het Engels. Nu dacht ik dat ik wel iets gewend was wat betreft accentvolle woordenwisselingen, maar in Myanmar kost het me de nodige moeite om de Birmees in de straat te verstaan wanneer zij of hij het woord tot mij richt in de Engelse taal. Medeklinkers worden onwillekeurig ingeslikt en klinkers worden verwisseld. De meest simpele woorden worden verbasterd tot een brij van onherkenbaarheid. Mijn onbegrijpende gezichtsuitdrukking draait overuren. En hoe pijnlijk ook, soms besluit ik, na een handvol pogingen om het gezegde te verstaan, om maar een neutrale hoofdbeweging te maken die niets weg heeft van een ja of een nee en vervolgens mijn stralende glimlach te lachen. Meestal krijg ik dan een nog stralender glimlach retour en is mijn geweten gesust.

Wat dit land echter nog bijzonderder maakt dan het al lijkt is de alom tegenwoordige hang naar bijgeloof. Alles wat met het bovennatuurlijke te maken heeft wordt uit de kast gehaald en geraadpleegd teneinde het leven te veraangenamen of in elk geval eventuele rampspoed om te buigen tot geluk. Astrologen, handlezers, numerologen en weet ik wat voor logen nog meer, en alles in onbevangen combinatie met een doorwrocht boeddhisme. Het is teveel voor mijn nuchtere en ongelovige Hollandse kleigeest. Het verhaal wil dat dit land is geleid door generaals die hun beslissing lieten afhangen van de voorspellingen van bovengenoemde pseudowetenschappelijke disciplines. Myanmar is één van de weinige, zo niet de enige, voormalige Britse kolonies waar het verkeer rechts rijdt. Dit is het resultaat van een bijgelovige generaal aan wie werd verteld dat het verkeer rechts laten rijden het beste zou zijn voor het land. En aldus geschiedde, resulterend in een veelvoud van auto's waarvan het stuur nog altijd aan de rechterzijde zit. Zo zou ook de huidige hoofdstad, Naypyidaw, in 2006 gesticht zijn naar aanleiding van numerologisch of astrologisch getinte adviezen aan de toenmalige dictator-generaal. De vorige hoofdstad, Yangon, werd bijna van de ene op de andere dag ingeruild voor een gloednieuwe stad iets naar het noorden.

Dit land heeft een schijnbaar onuitputtelijke potentie om een overmacht aan buitenlandse gasten te laten kennismaken met zijn unieke sfeer en bezienswaardigheden. En dat is angstwekkend, want ik weet wat massatoerisme kan aanrichten. Ik ben aan het begin van de middag aangekomen in het plaatsje Nyaung-U, mijn uitvalsbasis om de eeuwenoude tempels in de archeologische zone van Bagan te onderzoeken. Bagan is de plek in Myanmar die de meeste, zo niet alle toeristen in dit land aantrekt. Nyaung-U is al redelijk voorzien van hotels, restaurants en reisagentschapjes die allerhande tours en activiteiten aanbieden. Een vrij standaard toeristenplaatsje. Alleen straalt het stadje, of eigenlijk dorp, nog die onschuld uit die dit land zo bijzonder maakt. Zanderige paden met huisjes waar families nog gewoon hun familieleven kunnen leven. Of een lokale markt die niet overspoeld wordt door voor de lokale bevolking overbodige koopwaar. En wandelend door het avondlijke Nyaung-U weet ik dat aan die onschuld een einde gaat komen. Daar heb ik geen astroloog voor nodig.

Thwa-mèh!